Wandelen

Eeuwenlang was 'Textiel' belangrijk in het dagelijks leven van Oldenzaal. De zusters van het vroegere Agnesklooster waren in 1438 al bezig met het weven van linnen. Later begon de huisnijverheid en vanaf 1850 zorgde de stoommachine voor grotere textielfabrieken. De grote fabrieken zijn inmiddels weliswaar verdwenen, maar er blijven genoeg sporen over. Ontdek het textielverleden van Oldenzaal tijdens deze mooie wandeling!

Duur: 1 tot 1,5 uur
Beginpunt: Tourist Info Oldenzaal, Grootestraat 35

Wil je meer weten over de plekken waar je langsloopt? Of een handige kaart om erbij te houden? Bij de Tourist Info en in onze webshop is een mooi boekje te koop met kaart, afbeeldingen uit het verleden en veel extra informatie.

Wil je deze route lopen onder begeleiding van een gids? Bij Tourist Info Oldenzaal kun je een rondleiding aanvragen.

Kaart RouTextiel wandeling

Klik hier voor een grote versie van de plattegrond.

Plekken langs de route van de RouTextiel-wandeling

7. Het voormalige Postkantoor
Op 1 november 1874 werd hier het eerste 'Rijks Post- en Telegraafkantoor' van Oldenzaal geopend. Hiermee werd de stad aangesloten op het netwerk van telegraaflijnen. In 1898 werd het pand verbouwd tot woonhuis voor textielfabrikant Hermannus Philippus Dzn. Gelderman.

8. De Stadspomp
Een natuurgetrouwe kopie van de originele pomp, die in 1862 aan Oldenzaal werd geschonken door J.A.T. Kistemaker, Oldenzaals eerste bisschop. De pomp werd voor alles gebruikt: drinken, wassen en koken. Toen Oldenzaal met de komst van de watertoren in 1906 een eigen waterleidingnetwerk kreeg, werd de originele pomp afgebroken.

9. Het vroegere Heilige Geest Gasthuis
In het gasthuis uit ca. 1351 dat op deze plek stond, en waarvan binnenin het fundament van de kapel kan worden bekeken, werden zieken verzorgd. In 1832 zette Philippus Johannes Gelderman hier een Stads-Armenfabriek op, waar werklozen en armen hede maakten, een afvalproduct van vlas.

10. De Oldenzaalse Weverij Maatschappij
De Oldenzaalse Weverij Maatschappij werd in 1860 opgericht. Negen personen kochten voor f 90.000 een stuk grond nabij de Steenpoort en stadsgracht De Bonkenberg. Het water uit de gracht werd gebruikt voor de stoomaandrijving. Na geldproblemen verkochten de aandeelhouders hun fabriek in 1872 aan Johannes Hermanus Molkenboer jr. voor f 40.000.

11. De Spinster en de Wever
In Twente was vroeger veel huisnijverheid. 's Zomers verbouwde men vlas op de akkers. 's Winters werkte de mannen achter de weefstoel. Vrouwen deden het lichtere werk; het spinnen van garens. Antoinette Ruijver maakte de beelden 'De Spinster' en 'De Weefster'.

12. De Stadsbleek
Een Stadsbleek is een kortgemaaide grasweide, waarop huismoeders hun was bleekten. Zij lieten het ongewassen linnen drogen, uitgespreid over het grasveld. Het zonlicht zorgde ervoor dat kleine zuurstofdeeltjes het vuil oppakten. Met een 'geetklomp' werd water over het linnen gesprenkeld. Zo kreeg het linnen een frisse geur en bleke kleur.

14. De Koninklijke Oldenzaalsche Stoomweverij v/h J.H. Molkenboer jr.
Nadat Johannes Hermanus Molkenboer jr. in 1892 overleed, ging zijn weduwe Hermanna Elisabeth Molkenboer-Trip de 'Oldenzaalsche Stoomweverij v/h J.H. Molkenboer jr.' leiden. In 1902 kreeg deze het predikaat 'Koninklijk' toegevoegd. De woningen aan de overkant - aan de Beatrixstraat - zijn in 1951 gebouwd voor het personeel. In 1968 werd de fabriek gesloten.

15. Dames van Oranje
De zeven vrouwenfiguren in het 'Postzegelpark Molkenboer' zitten bekneld in strakke corsetten die rond 1900 vooral door rijke dames werden gedragen. Hermanna Molkenboer vond deze corsetten verderfelijk; je kon het niet wassen en er niet fijn in werken. Daarom ontwierp en leverde zij soepele en wasbare Eurekastoffen. Uit bewondering maakte kunstenares Machteld Kuiper de zeven 'Dames van Oranje'.

16. Arbeiderswoningen
In het arbeiderswijkje De Klei - Esch (Julianastraat, Wilhelminastraat) woonden werknemers van Gelderman en Molkenboer. De betaalbare woningen zijn in 1923 gebouwd. De Wilhelminastraat is verdiept aangelegd, omdat de straat op gelijke hoogte moest komen te liggen met de tramlijn Oldenzaal-Denekamp. De huizen staan daarom op een verhoogd vlak.

17. Tramlijn Oldenzaal-Denekamp
Een zes meter lang spoordeel met stootblok verwijst naar het vroegere spoorlijntje Oldenzaal-Denekamp. Bij station Oldenzaal staat nog het tramhuisje (tramhuuske). De tramlijn met het boemeltreintje 'Bello' werd aangelegd om arbeiders van en naar de textielfabrieken te laten reizen. De tramlijn werd tot 1936 gebruikt voor personenvervoer en in 1942 afgebroken door de Duitse bezetter, die de spoorstaven gebruikte voor de oorlogsindustrie.

18. De Watertoren
De komst van de 31,7 meter hoge watertoren in 1906 betekende een schone, veilige en gezonde watervoorziening. Hij is ontworpen door Johannes Petrus Hazeu en tegelijk met een pompstation aan de Berkstraat in gebruik genomen. In 2006 is de kop herbouwd en werd de watertoren als woning ingericht met vijf verdiepingen.

19. Ziekenhuis 'Heil der Kranken'
Het R.K. Ziekenhuis 'Heil der Kranken' werd gebouwd in 1916-1917. Voor die tijd stond er een klein ziekenhuis aan de Zuidwal. Vanaf 1907 begonnen twee zusters Franciscanessen van Heythuysen ook met 'ziekenverzorging aan huis'. Voor elke zuster betaalde de familie Gelderman f 300,- per jaar.

20. Villa Rozenhof
Villa Rozenhof is van 1907-1909 gebouwd in opdracht van het echtpaar Diederich Gelderman - Apollonia Woutrina Christina Ort. Vanaf 1947 was Villa Rozenhof het hoofdkantoor van de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM), tot die in 1967 naar Assen vertrok. Tot 1992 was Villa Rozenhof de Marechausseekazerne voor de Brigade Oldenzaal. Vanaf die tijd is het pand privébezit.

21. Hoofdkantoor Gelderman & Zonen
In 'De Geldermanstaete', het vroegere hoofdkantoor van H.P. Gelderman & Zonen hebben vroeger heel wat directeuren met de naam Gelderman leiding gegeven aan het bedrijf. Architect Karel Muller ontwierp het gebouw in 1917 in 'Um 1800'-stijl. In 1972 werd het hoofdkantoor aan een beleggingsmaatschappij verkocht.

23. Spoorlijn Almelo - Salzbergen Textielfabrikanten Herman Philippus Gelderman, Chalres Theodorus Stork en Godfried Salomonson tekenden in 1862 voor de aanleg van de spoorlijn Almelo - Salzbergen. De eerste goederentrein kwam in 1866 Oldenzaal binnen. De stoomweverij van H.P. Gelderman lag direct naast het spoor, wat scheelde in arbeidskracht bij het lossen van steenkolen en het laden van de afgewerkte producten.

25. Het Station
Het station Oldenzaal werd tegelijk met de spoorlijn op 18 oktober 1865 geopend. In 1957 kwam er een nieuw stationsgebouw; het oude was in 1953 afgebrand. Oldenzaal was lange tijd een belangrijk internationaal grensstation. Via de stenen trap bij De Groene Loper is het 'tramhuuske' te bereiken, dat tegenwoordig dienst doet als wachtruimte voor buschauffeurs.

26. De Haerstraat
De Haerstraat is de hoofdweg van een aantal buitenplaatsen, zoals Eik en Dal, De Haer, Landreben-Allee, Het Kalheupink en Scholtenhaer. De rijke textielfabrikanten kochten grond om deze buitenplaatsen aan te leggen, landhuizen met een grote tuin net buiten de stad. De grote villa's staan in groot contrast met de kleine huisjes voor de textielarbeiders.

28. Haerstraat 85
Villa Helianthos is genoemd naar het Griekse woord voor zonnebloem. Scato Molkenboer was de opdrachtgever voor de bouw van deze prachtige villa. Architect Arend Beltman uit Enschede voerde de opdracht in 1905 uit. De tuin is in 1918 ontworpen door Leonard Springer.

29. Haerstraat 96
Willemina Joanna ter Kuile-Ledeboer liet in 1930-1931 aan de Haerstraat 96 een woonhuis bouwen. Willem ter Kuile werd in Oldenzaal directeur van het NV Verkoophuis Molkenboer. Het woonhuis is een ontwerp van stedenbouwkundige en architect Prof. Wieger Bruin.

30. Haerstraat 101
Het grote, witgepleisterde herenhuis Eik en Dal is in 1904-1905 ontworpen door architect Karel Muller in opdracht van Hermannus Philippus Gelderman Dzn. De villa is gebouwd aan de rand van het park Landreben-Allee. Een deel van dat park bestaat nu uit de woonwijk Het Landreben.

31. Haerstraat 125
Villa de Haer is in 1881 gebouwd door architect Jacobus Moll voor Christiaan Maurits Gelderman. In 1927 volgde een verbouwing, waarschijnlijk naar ontwerp van architect Andries de Maaker. Het park is in 1920-1921 opnieuw aangelegd door landschapsarchitect Pieter Hermannus Wattez. Bij Villa de Haer staat een mammoetboom uit 1880 van liefst 32 meter hoog.

32. De Eilandjes
Het park Landreben-Allee was vroeger een soort plantage met waarschijnlijk twee theekoepels. Apotheker Guillaume Landreben was in 1738 al de eigenaar van het landgoed en later werd de familie Gelderman eigenaar van het park. Bij de aanleg van het park, dat ook wel 'De Eilandjes' wordt genoemd, is uitgegaan van het bestaande patroon in het landschap van houtwallen en weilanden.

32. Kalheupinkpark
Het erf op deze plek werd Kalheupink genoemd, wat waarschijnlijk 'kale hoogte' betekende. Hermannus Philippus Gelderman liet hier in 1869 het Kalheupinkpark ontwerpen door Dirk Wattez in Engelse landschapsstijl. Zoon Pieter Wattez gaf het park in 1895 een wat meer open karakter. Bij het park horen ook een rozentuin, het koetshuis, de koetsierswoning en de chauffeurswoning.

32. Kunstwerken over textiel
In het Kalheupinkpark staan verscheidene kunstwerken die verwijzen naar het textielverleden. Zo staat 'Spinning Jenny', een beeld van de hand van Nicolas Dings, in een handspinmolen met 8 spoelen. 'De Twee Haasjes', een beeld van Iris Le Rütte, vormden het eindstempel dat vroeger op textieldoeken werd gedrukt. Op het grasveld zweeft een 'draperiebank', die verwijst naar de huisvrouwen die vroeger het linnen bleekten.

32. De Jachtopzienerswoning
Architect Karel Muller ontwierp deze voormalige tuinmanswoning in 1893 in Chaltestijl. Opdrachtgever voor het huis was Herman Johan Hendrik Gelderman. Enkele taken van de jachtopziener waren het opsporen van stropers, het weghalen van strikken en het onderhoud van het landgoed.

33. Haerstraat 130
Het huidige landgoed Scholtenhaer - Rhododendronlaan was in 1911 een groot weilandgebied met een houtwal eromheen. In 1916 ontwierp architect Karel Muller voor Philippus Johannes Gelderman Dzn. Villa Scholtenhaer op het hoogste deel van het gebied. Rondom de villa ontwierp landschapsarchitect Leonard Springer een grote parkachtige tuin. In 1975 werd de villa afgebroken en vervangen door een kleinere villa.

35. De Oost-Twentse Stuwwal
Het oostelijk gebied van Oldenzaal bestaat uit een stuwwal; een heuvelrug in het landschap. Het hoogste punt is de Tankenberg met 85 meter boven NAP. De stuwwal ontstond ongeveer 150.000 jaar geleden in het Saalien, de voorlaatste ijstijd. Het afwisselende landschap van de stuwwal, met beken en beekdalen, was een geliefd gebied voor de textielfabrikanten om mooie buitenplaatsen aan te leggen.

36. Bentheimerstraat 89 De basis voor Landgoed De Hulst is rond 1970 aangelegd door richter Hendrik Jan Bos, die bekend werd door het dagboek dat hij 56 jaar lang bijhield. In 1916 kocht textielfabrikant Joan Gelderman het park. In hetzelfde jaar bouwde architect Karel Muller er Villa De Hulst.

37. Handelsweg Osnabrück - Deventer
Hier in de nabijheid liep de handelsweg tussen Osnabrück en Deventer. Deze verbindt de Duitse Töddenweg en het Nederlandse Marskramerpad. In de 16e en 17e eeuw trokken hierover veel 'Kiepenkerl' naar Nederland. Een kiepe is een rugmand. De marskramer had in zijn rugmand vaak rollen linnen.

38. Hotel Het Landhuis
Al rond 1895 stond hier een theehuisje met bijbehorend logement. In de tuin werden de zomerkermis en schuttersfeesten gehouden. In 1953 werden Johan Mulder en Annie Schophuis eigenaar van het hotel. Met dank aan de textielbaronnen konden de gasten genieten van de prachtige omgeving met de mooie villa's, parken en wandelwegen.

39. Villa Welgelegen
Villa Welgelegen was de directiewoning en later het woonhuis van Henri Max Cohen. Hij had aan de Haerbroekstraat een poetskatoenfabriek. De aangeleverde vodden werden er gewassen en versneden tot handzame poetslappen. In de Tweede Wereldoorlog werd Henri door de Duitsers gearresteerd. Hij wist te ontsnappen, dook onder en overleefde.

40. Brandvijver en Fonteinbeek
Tot in de late middeleeuwen was Oldenzaal een vestingstad met grachten en stadsmuren. Vanaf de Tankenberg liep een aantal beken de stad in, zoals de Oldenzael en de Fonteinbeek. Het beekwater werd gebruikt als voeding voor de Bisschopsbleek en de grachten. In 1962 werd de Brandvijver aangelegd, als wateropslag van de ondergrondse Fonteinbeek.

41. De Stoomkatoenspinnerij 1862
De Stoomkatoenspinnerij van Hermannus Philippus Gelderman, Charles Theodorus Stork en burgemeester Christoffel Eekhout ging hier in 1862 in bedrijf. Het was een groot fabrieksgebouw met sheddaken (schuine daken met glas) en een grote schoorsteen. Er werkten 162 mensen. In 1883 brandde de stoomkatoenspinnerij af.

41. De Stadstuin 1862
Waar ooit de grote fabriek stond is tussen 2011 en 2014 Stadstuin 1862 aangelegd. Op speelse wijze wordt in deze groene oase verwezen naar het textielverleden. De waterpartij in het midden verwijst naar de vroegere waterbassins. Het kunstwerk 'Draadje Doek' is een eerbetoon aan allen die in de stoomkatoenspinnerij werkten.

42. Stadstheater De Bond
In 1893 werd onder leiding van Kapelaan Dr. Alphons Ariëns de Rooms Katholieke Arbeiders Vereniging St. Joseph opgericht. In 1895 opende hij het St. Josephsgebouw. Hier hadden de arbeiders hun plek voor vergaderingen en toneel, zoals de Geldermanrevue. In 2003 kwam hier Stadstheater De Bond.

44. Voormalige Bisschopspoort
Hoe groot de macht van de familie Gelderman was, bleek in 1863. De textielfabrikant vervoerde toen een grote stoomketel, voortgetrokken door vierentwintig paarden, bestemd voor de stoomkatoenspinnerij aan de Bentheimerstraat. De Bisschopspoort bleek echter niet breed genoeg. Gelderman kon kiezen: de ketel terugbrengen naar Hengelo of de poort laten afbreken. De gemeente gaf toestemming voor het laatste, wat in 1865 gebeurde.

4. De Fabrikeurs
In de binnenstad van Oldenzaal werkten vanaf 1800 veel fabrikeurs. Zij lieten ruwe katoen door handwevers vermengen met linnen garens. Een bekende fabrikeur was Jan Hendrik Nieuwenhuis, die een woonhuis, ververij en spinnerij had aan de Groote Markt. Voor Nieuwenhuis werkten thuis zo'n 1.300 spinners en spinsters, meest vrouwen en kinderen.

47. Historisch Museum Het Palthe-Huis
Gelukkig is veel bewaard gebleven uit het rijke Oldenzaalse textielverleden. Daarvoor is een bezoekje aan het Palthe-Huis beslist de moeite waard. De collectie bestaat o.a. uit geschenken van arbeiders aan de textielfabrikanten. In het Koetshuis is een weefkamertje met een handweefgetouw uit 1731.

3. Het Oude Raadhuis
Tot 1837 was dit pand stadhuis, rechtszaal en gevangenis; de grootste van Twente. In 1855 verhuisde het gymnasium, tot dan toe gevestigd aan de noordkant van de Plechelmusbasiliek, naar het Oude Raadhuis. Aan deze school volgden onder andere Charles Theodorus Stork, die later textielfabrikant en machinefabrikant werd, en de Nederlandse dichter, priester en politicus Herman Schaepman hun lessen.

2. Carillon van de Plechelmustoren.
Op 18 oktober was het echtpaar Philippus Johannes Gelderman - Everdina Hendrika Benjamina Bartelink 12,5 jaar getrouwd. Om die reden kreeg de stad van het protestantse paar een mooi cadeau: een carillon voor de Plechelmustoren. Het carillon werd in 1930 geplaatst.

Boekje RouTextiel wandeling

Van deze wandeling is een boekje verschenen met daarin een routekaart, uitgebreidere beschrijvingen bij de plekken langs de route en heel veel foto's. Dit boekje is te koop bij de Tourist Info en via onze webshop.

Andere routes

Vond je de RouTextiel-wandelroute interessant? Dan raden we je de volgende routes ook aan:

Tip je vrienden

facebook twitter