navigatie overslaan

St. Plechelmusbasiliek

De St. Plechelmusbasiliek is rond 1150 gebouwd van Bentheimer zandsteen in Westfaals-Romaanse stijl. De toren werd omstreeks 1240 aan de kerk toegevoegd.

Rond 1480 is de romaanse zuidbeuk vergroot en kreeg deze een gotisch uiterlijk. Na 1500 werd de sacristie gebouwd en het priesterkoor in gotische stijl verlengd.

De Plechelmusbasiliek is een gewelfde kruisvormige pijlerbasiliek met driezijdig gesloten koor. De oorspronkelijke bouwstijl is laat-romaans. Het middenschip, met ribloze kruisgewelven boven elke traveeplattegrond, heeft aan de oostzijde een priesterkoor met absidiool en twee even hoge kruisarmen aan de noord- en zuidkant, elk eveneens met een absidiool aan de oostzijde. Voor de bouw van de kerk is Bentheimer zandsteen gebruikt.

BOUWGESCHIEDENIS

De basiliek staat op de plaats waar rond het jaar 765 missionaris Plechelmus het eerste kerkje stichtte, dat door hem aan de heilige Silvester werd gewijd. Plechelmus - in de achtste eeuw schreef men zijn naam als "Pleghelm" - maakte deel uit van de grote groep Angelsaksische missionarissen die in Echternach (Luxemburg) hun logistieke basis hadden en van daaruit de wijde omgeving introkken om de bewoners te kerstenen.

In 954 liet de Utrechtse bisschop Balderik van Kleef in Oldenzaal een nieuwe kerk bouwen en wijdde deze nu aan de man die het christendom in Oldenzaal gebracht had: Plechelmus. Diens relieken werden uit Sint Odiliënberg overgebracht naar zowel Utrecht als Oldenzaal. Het verheffen van die relieken vanuit het graf in een schrijn, tombe of altaar stond gelijk met de heiligverklaring van de persoon in kwestie. Plechelmus was vanaf dat moment Sint Plechelmus en tevens patroon van de nieuwgebouwde kerk in Oldenzaal.

Waarschijnlijk dateert het oudste romaanse gedeelte van de huidige kerk uit het begin van de 12de eeuw. De bouw van de basiliek was rond 1180 voltooid.

In 1447 woedde in Oldenzaal een hevige brand. Mogelijk is daarbij de romaanse zuidvleugel beschadigd geraakt. In ieder geval is op de plaats van deze romaanse zijbeuk tussen circa 1481 en 1500 een zijbeuk in gotische stijl opgetrokken. De nieuwe zijbeuk is ongeveer even hoog en breed als het middenschip. De traveeën van deze zijbeuk worden overwelfd door bakstenen stergewelven met geprofileerde zandstenen ribben.

De uitbreiding van het koor met een gotisch koortravee vond plaats in de jaren 1493 en 1494.

Rond 1525 (volgens anderen in het midden van de 15de eeuw) werd de noordelijke romaanse koorabsidiool afgebroken ten behoeve van de bouw van een gotische sacristie tegen de noordzijde van het koor.

Een eerste grote restauratie van de kerk vond plaats in de periode van 1891 tot 1900 door de architect Joseph Cuypers uit Roermond. De in 1810 tussen torenportaal en kerk gebouwde bakstenen muur werd daarbij weer verwijderd. Ook de lokaliteiten van de Latijnse school, gesitueerd boven de noordelijke romaanse zijbeuk, zijn toen afgebroken. Vroeger was dit de kapittelzaal van de kanunniken. Verder is tijdens deze restauratie de noordelijke absidiool herbouwd met als voorbeeld het zuidelijk absidiool. De sacristie is bij deze aanpassing behouden gebleven.

De nieuwe sacristie aan de noordzijde van het koor werd in 1930 gebouwd.

In de Middeleeuwen was de kerk één van de zeven belangrijkste kapittelkerken van het bisdom Utrecht. Dat was in 1950 de reden voor paus Pius XII om de St. Plechelmuskerk de eretitel 'Basilica Minor' te verlenen. De officiële Pauselijke bul van 13 mei 1950 werd destijds namens de paus in de Plechelmus plechtig voorgelezen door mgr. Huurdeman, vicaris van kardinaal De Jong

Entree: De basiliek is vrij toegankelijk.

Categorieën